(140) Bijna republikein


Het was een mooie bijeenkomst, afgelopen donderdag 2 april in de Sint-Jacobskerk. Er klonk muziek van Ons Genoegen en van het Scheldeloodsenkoor, de televisiehistoricus Herman Pleij vertelde een enthousiast verhaal over van alles en nog wat en ik werd in de gelegenheid gesteld om gedurende een klein kwartier een overzicht te geven van de 700-jarige geschiedenis van Vlissingen. Daarna mocht ik de eerste exemplaren van mijn boek Vissers, Kapers, Arbeiders aanbieden aan de burgemeester van Vlissingen, Letty Demmers, en aan de Commissaris van de Koning in Zeeland, Han Polman. Hiermee was het jubileumjaar van de stad Vlissingen officieel geopend.

Grote afwezige was de markies van Vlissingen. Zijn rol en die van de markiezin werden nu zeer verdienstelijk gespeeld door acteurs van de Zeeuwse Komedie, maar het was natuurlijk het mooist geweest wanneer koning Willem-Alexander als de 20e markies van Vlissingen en Veere hoogstpersoonlijk was gekomen, de sleutels van de stad in ontvangst had genomen en zich had laten inhuldigen. Zoals het hoort, want in vroeger eeuwen hadden zijn mannelijke voorgangers dat allemaal wel laten doen, niet in de laatste plaats omdat ze Vlissingen belangrijk vonden. De eerste Oranjes hadden zelfs een eigen paleis in de stad: het Prinsenhuis. De komst van de koning-markies anno 2015 was bijzonder geweest omdat het markizaat Vlissingen en Veere het enige levende in Nederland is.

Nieuwsgierig  geworden naar de bezigheden waarmee de koning het in de eerste week van april dan wel zo druk had, ben ik natuurlijk op onderzoek gegaan. Dat was niet zo moeilijk, want de agenda van alle leden van het Koninklijk Huis is openbaar en te raadplegen op internet. Wat bleek? Noch Willem-Alexander, noch Maxima had iets officieels te doen. Op wintersport waren ze net geweest en de kinderen moesten gewoon naar school. Dat doet zeer. Ik was zelf betrokken bij het maken van het document waarin in de nauwe banden tussen Vlissingen en de Oranjes was opgetekend (in september schreef ik er hier al een verhaal over) en iedereen was ervan overtuigd dat de koning, die zelf historicus is, gewoonweg niet kon weigeren. Er zijn nauwelijks steden in Nederland die meer te maken hebben gehad met de Oranjes dan Vlissingen. De uitkomst kent u: De Vlissingers moesten het zelf maar uitzoeken op 2 april. Je zou er bijna republikein van worden.